Het kabinet wil bedrijven stimuleren om tijdens deze coronacrisis te blijven investeren. In het belastingplan 2021 van afgelopen Prinsjesdag werd daartoe de BIK, ofwel de Baangerelateerde InvesteringsKorting, gepresenteerd. Afgelopen maandag (5 oktober) werd meer op de inhoud en de uitwerking van deze nieuwe regeling ingegaan.
Wat zijn de voorwaarden voor deze korting?
De BIK is een tijdelijke regeling en gericht op investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Voor elke investering van minimaal € 1.500,– kan aanspraak gemaakt worden op de BIK. Er geldt wel een ondergrens van € 20.000,– per aanvraag. Iedere onderneming mag maximaal vier keer per jaar een aanvraag doen.
Hoe krijg je de korting?
Zoals gezegd mag je vier keer per jaar een aanvraag doen. Het aanvragen is mogelijk vanaf september 2021 via de website van RVO. Binnen twaalf weken na aanvraag wordt er een BIK-verklaring afgegeven. Daarna kun je de korting (afdrachtsvermindering) verrekenen met de af te dragen loonheffing. De BIK kan dus niet toegepast worden door bedrijven die geen loonheffing afdragen. Zoals het er nu naar uit ziet, is de maximale korting gelijk aan de af te dragen loonheffing, die kan namelijk niet negatief zijn.
Er is gekozen om de korting via de loonheffing te laten lopen omdat dan de tegemoetkoming ook ten gunste komt van werkgevers die investeren maar geen winst maken. De hoogte van de tegemoetkoming is namelijk niet afhankelijk van bijvoorbeeld de hoogte van de winst die mogelijk als gevolg van de crisis (tijdelijk) onder druk staat.
Wat krijg je aan korting?
Bij investeringen binnen een jaar tot € 5.000.000,– geldt een korting van 3%. Als de investeringen boven de € 5.000.000,– uitkomen geldt voor het meerdere een korting van 2,44%. Daar komt nog bij dat het mogelijk is van meerdere investeringsregelingen gebruik te maken náást de BIK, bijvoorbeeld de KIA of de EIA. Bovenaan deze blog staan wat rekenvoorbeelden.
Waarom is de BIK zo ingericht?
De BIK heeft twee hoofddoelen: het stimuleren van investeringen en het stimuleren van werkgelegenheid. Door de regeling op de bovengenoemde manier in te richten hoopt het kabinet beide doelen te kunnen realiseren. Overigens is hier vanuit de Tweede Kamer de nodige kritiek op, zo wordt gezegd dat op deze manier alleen de werkgevers gesteund worden terwijl werknemers er niets mee opschieten… Dat is reden voor debat.
Voor nu is het nog maar een plan, het Parlement gaat er nog van alles van vinden. Voor nu is het goed om je te realiseren dat investeringen vanaf 1 oktober 2020 mogelijk in aanmerking komen. Zodra het aanvragen mogelijk is in september 2021, geven wij je daar natuurlijk weer een seintje over.