In 1991 heeft de toenmalige minister van financiën (Wim Kok) de accijns van benzine en diesel verhoogd. Ook wel het kwartje van Kok genoemd. Vele malen is er (meestal in verkiezingstijd) voor gepleit om dat kwartje op accijns weer te verlagen. Die verlaging heeft nooit plaatsgevonden. In Den Haag wordt dat verdedigd met de stelling dat gedurende drie jaar na de verhoging in 1991 de accijnzen niet meer verhoogd zijn en daardoor het kwartje allang is terugbetaald. Wel bijzonder dat in deze tijd van gemeenteraadsverkiezingen het kwartje er nu eindelijk weer vanaf gaat onder de noemer “koopkrachtreparatie”.
Accijnsverlaging
De gestegen brandstofprijzen raken iedereen hard in de portemonnee. Het kabinet neemt daarom onder meer de volgende maatregelen om de deuk in de koopkracht deels te compenseren, daarmee krijgen we nu eindelijk ons kwartje terug.
Vanaf 1 april 2022 gaat de accijns op brandstof tijdelijk omlaag. Voor een liter benzine (Euro loodvrij) gaat er € 0,173 van de accijns af (nu is die € 0,82371 per liter exclusief BTW). Voor een liter diesel daalt de accijns met € 0,111 (nu € 0,52846 exclusief BTW). De verlaging geldt voorlopig tot eind 2022.
Reiskostenvergoeding
Waarom wordt de reiskostenvergoeding nu dan ook niet aangepast?
Door de prijsexplosie doet het bonnetje aan de pomp inmiddels pijn in de portemonnee. Dat knelt voor werknemers die met een eigen auto naar hun werk gaan en nog steeds maar een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer mogen ontvangen van de werkgever. Op basis van de huidige benzineprijzen zou die vergoeding ongeveer € 0,39 per kilometer moeten zijn.
Conclusie
Als er dan toch aan koopkrachtreparatie wordt gedaan is het wellicht ook goed om de onbelaste kilometervergoeding op te schroeven naar € 0,39 zodat de hardwerkende werknemer ook op dat vlak gecompenseerd wordt. Het is tenslotte verkiezingstijd.