In deze blog lees je over de elektrische auto van de zaak en de daarbij behorende laadpaal.
Als goede werkgever wil je natuurlijk dat je werknemer niet voor paal staat, bijvoorbeeld met een lege accu. Liever heb je dat de werknemer op tijd op het werk komt en met zijn nieuwe elektrische auto altijd opgeladen klaar staat voor een nieuwe uitdaging. Hoe kun je de werknemer nu een beetje pamperen om ervoor te zorgen dat de auto altijd volgeladen klaar staat?
Als werkgever kun je aan werknemers die elektrische auto’s rijden ook de daarbij behorende kosten vergoeden. Natuurlijk vallen hieronder de kosten voor de elektriciteit waarop de auto rijdt, onderhoudskosten (al heeft een elektrische auto die minder) en bijvoorbeeld vervangen van banden (wat een elektrische auto dan weer vaker heeft).
Ook de kosten van een laadpaal bij de woning van de werknemer, de kosten van de aanpassing van de meterkast in de woning van de werknemer én een extra meter om het stroomverbruik te meten kunnen onbelast vergoed worden. Deze kosten vallen namelijk onder de zogenaamd intermediaire kosten voor de elektrische auto.
Rijdt een werknemer minder dan 500 kilometer privé op jaarbasis dan is er geen bijtelling van toepassing. De Belastingdienst gaat er dan van uit dat de werknemer ook de laadpaal alleen voor zakelijke gebruik benut.
Na afloop van de dienstbetrekking moet de werkgever de laadpaal terugvorderen. Dit geldt ook als de werknemer niet langer een elektrische auto van de zaak heeft. Vordert de werkgever de paal niet terug dan is de achter gebleven laadpaal een verstrekking en belast loon in natura.