Een huiveringwekkende titel, doch we hebben het hier niet over liquidaties in de wereld van bijvoorbeeld de Mocro maffia, maar over turboliquidaties van BV’s. Een grote kop op de voorpagina deze week in het FD: “Maatregelen tegen fraude met plof BV’s op komst”. Een goede zaak wat mij betreft. Onderstaand ga ik hier kort nader op in.
Hoe zit het ook alweer?
Bij een normaal faillissement wordt een curator aangesteld. De curator probeert de activa te gelden te maken om schuldeisers zoveel mogelijk af te kunnen betalen. Daarnaast bekijkt de curator of de bestuurder alles wel administratief netjes heeft bijgehouden en achtergelaten. Als dit niet zo zou zijn kan de curator de bestuurder in privé aansprakelijk stellen.
Bij een turboliquidatie is geen curator betrokken. En dus kan de ondernemer / bestuurder zelf beslissen om zijn BV te ontbinden. Ondertussen kunnen schulden in de BV achter blijven. De Hoge Raad heeft hierover in 2015 bepaald dat dit mag, als de ondernemer / bestuurder zich dan maar wel aan de regels houdt. Daar wringt de schoen, sommigen maken misbruik van de turboliquidatie door bijvoorbeeld eerst geld of activa uit de BV weg te sluizen naar gelieerde BV’s, of naar zichzelf, en laten zo schuldeisers met lege handen achter. Vaak gaat dit gepaard met een zeer gebrekkige (of geheel niet aanwezige) boekhouding. Schuldeisers staan dan met lege handen. Zij kunnen, via de rechter, proberen alsnog hun vordering geïnd te krijgen. Dit kan mogelijk via een procedure tot bestuurdersaansprakelijkheid, maar dit is tijdrovend en dus kostbaar.
Wetswijziging
Staatssecretaris Dekker vindt de turboliquidatie een goed instrument, doch voor hem (en natuurlijk niet alleen voor hem) is het bovenstaande een doorn in het oog. Hij werkt aan een wetswijziging die schuldeisers in de toekomst beter zou moeten beschermen in het geval van een turboliquidatie. Hij stelt voor dat BV’s die via de turboliquidatie worden geliquideerd verplicht worden tot het opstellen en deponeren van een slotbalans die vergezeld gaat van een slotuitdelingslijst. Daarnaast moet het bestuur zorgen voor een algemene bekendmaking. Tenslotte moeten voor de uitschrijving van de vennootschap uit de KvK alle jaarrekeningen over de voorafgaande jaren openbaar gemaakt zijn. Dit geeft een beeld van de onderneming en bewijst in ieder geval dat aan een (wellicht minimale, maar toch…) boekhoudverplichting is voldaan.
Met deze maatregelen kunnen schuldeisers zich beter informeren en beter afwegen of zij verzet aantekenen tegen de turboliquidatie of het bestuur van de ontbonden rechtspersoon aansprakelijk stellen. Wat mij betreft een prima maatregel en ondertussen kan 99,99% van de Nederlandse ondernemers de turboliquidatie blijven gebruiken waarvoor deze bedoeld is; namelijk om snel en zonder al te veel gedoe van een lege BV af te komen.