Voorbeschouwing Prinsjesdag

De tweede dinsdag van september zit er inmiddels al weer op. Dus nog maar enkele dagen tot aan Prinsjesdag. Tijd voor een voorbeschouwing. Wat verwachten we van het Belastingplan 2020 en de Overige Fiscale Maatregelen?

Het gaat hier om verwachtingen. De wetsvoorstellen worden op 17 september 2019 gepresenteerd. Op 14 november 2019 staat de stemming in de Tweede Kamer op de agenda.

Voelen dat het beter gaat

Een veel gehoord kritiekpunt op het huidige kabinet is dat “de gewone man” nog niet profiteert van de economische groei. De volgende verkiezingen van de Tweede Kamer vinden in beginsel plaats op 17 maart 2021. Er zal politici dus veel aan gelegen zijn het sentiment in 2020 bij te stellen, mogelijk via fiscale maatregelen.

Een van de besproken maatregelen hiervoor is het verlagen van de belastingheffing op arbeid. Dat zou gefinancierd worden door het toptarief vennootschapsbelasting van 25% in 2020 niet te verlagen (oorspronkelijke planning was een verlaging naar 22,55%).

Winst

Dwangsommen die een onderneming aan een overheidsinstelling moet betalen zullen naar verwachting worden uitgesloten van aftrek.

Bij de voorgestelde afschaffing van de dividendbelasting in 2018 (welk voorstel uiteindelijk is ingetrokken) was ook aangekondigd dat een nieuwe wet dividendbelasting, rentebelasting en royaltybelasting zou gaan heffen in geval van misbruiksituaties en bij betalingen naar belastingparadijzen. Vermoedelijk worden de rentebelasting en royaltybelasting alsnog ingevoerd.

Mogelijke beperking van de (8%!) belastingrente indien er tijdig en correct aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend.

Er ligt een initiatiefwet van de oppositie tot aanpassing van de regeling voor de aftrek van verliezen bij de liquidatie van dochtervennootschappen. Het kabinet is in beginsel tegen de aanpassing van deze regeling. Het is echter mogelijk dat de initiatiefwet toch gelijk met de overige plannen behandeld zal gaan worden.

ZZP’ers

In de strijd tegen schijnzelfstandigheid wordt het fiscale verschil tussen werknemers en ondernemers kleiner gemaakt door een vermindering van de zelfstandigenaftrek. Helaas heeft deze maatregel ook een “overkill”, omdat deze ook de echte ondernemers raakt.

In 2020 zou er een opvolger voor de Wet DBA moeten zijn. Hierbij wordt gedacht aan een fictieve dienstbetrekking (bij een uurtarief van € 16,- of lager en een contractduur van tenminste 3 maanden), een opt-out (bij een uurtarief van € 75,- of meer, een contractduur van maximaal 12 maanden en een KVK-inschrijving) en een webmodule voor alles wat daar tussen zit. De webmodule zal, als aangekondigd door minister Koolmees, niet voor 1 januari 2021 gereed zijn. De vraag is of de wetgeving al wordt aangekondigd, of dat dit ook nog een jaar vooruit wordt geschoven.

Aanmerkelijk belang

In 2018 kondigde de Staatssecretaris een maatregel aan die aanmerkelijkbelanghouders, die meer dan € 500.000,- van hun eigen BV lenen, extra zou gaan belasten. In het voorjaar van 2019 is er een veel bekritiseerd consultatievoorstel gepubliceerd. Het definitieve wetsvoorstel wordt naar verwachting op Prinsjesdag bekend gemaakt. Hopelijk zal dit voorstel, in elk geval technisch, aanzienlijk zijn verbeterd. Op de inhoud verwachten we echter niet veel wijzigingen.

Daarnaast is de verwachting dat er een wetswijziging komt waardoor het niet meer mogelijk wordt om zonder boete in te keren over buitenlandse aanmerkelijkbelanginkomsten.

Box 3

Begin 2019 heeft de hoogste Nederlandse rechter, de Hoge Raad, het kabinet opgeroepen de te hoge belasting over spaargeld (Box 3-heffing) meer in lijn te brengen met de realiteit. Begin september 2019 heeft de staatssecretaris een eerste versie van een plan bij de Tweede Kamer ingediend dat in 2022 in werking zou moeten treden. Gelet op de uitwerking van dit plan verwachten wij nu geen ingrijpende wijzigingen in de Box 3-heffing.

Uitzondering hierop is wellicht de vrijstelling voor letselschade vergoedingen, welke mogelijke vrijstelling wordt onderzocht door het Ministerie van Financiën.

Woningmarkt

In 2018 stelde enkele Kamerleden van de oppositie een wetswijziging voor om starters vrij te stellen van overdrachtsbelasting en vastgoedbeleggers juist te belasten met 10% overdrachtsbelasting. Dat voorstelde haalde toen geen meerderheid. Eind augustus meldden verschillende media dat het kabinet maatregen wil nemen om het starters op de woningmarkt makkelijker te maken. Het plan uit 2018 zou daarbij wellicht opnieuw worden overwogen.

Personeel

De vrije-ruimte in de WKR wordt verruimd van 1,2% naar 1,7% over de eerste € 400.000,- loon (maximaal € 2.000,- meer vrije ruimte).
Er zal naar verwachting ook gerichte vrijstelling komen voor de onbelaste vergoeding van de aanvraag van een Verklaring Omtrent Gedrag.
De regeling voor verkopen van eigen producten aan personeelsleden zal mogelijk worden vereenvoudigd.
Naar verwachting komt er een regeling om de heffing op aandelenopties bij start-ups uit te stellen als de (bij de optie verkregen) aandelen niet direct worden verkocht.

Klimaatakkoord

In het voorjaar van 2019 is het zogenoemde klimaatakkoord gesloten. Mede via fiscale maatregelen probeert het kabinet gedrag van ondernemers en consumenten bij te sturen. Derhalve zal de energiebelasting steeds meer verschuiven van heffing op elektriciteit naar heffing op aardgas, wetsvoorstellen hierover worden met Prinsjesdag verwacht. Ook wordt het wetsvoorstel voor de CO2-heffing in de industrie verwacht.

Naar verwachting zal de bijtelling op elektrische auto’s stijgen van 4% over de eerste € 50.000,- naar 8% over de eerste € 45.000,-. (€ 40.000,- in 2021). Voor het meerdere geldt de reguliere bijtelling van 22%. Het tarief zal in de komende jaren verder toenemen. Hierbij geldt dat het tarief voor vijf jaar wordt vastgezet op het moment dat de auto voor het eerst op de weg wordt toegelaten (meestal: datum afgifte kenteken).

Daar staat tegenover dat de vrijstelling van BPM en MRB (wegenbelasting) voor auto’s zonder CO2-uitstoot naar verwachting wel wordt verlengd tot en met 2024.

In het kader van de autobijtelling wordt ook de zogenoemde “youngtimer-regeling” onderzocht. De bijtelling voor auto’s van 15 jaar of ouder is 35% van de werkelijke waarde. Deze is vaak laag, waardoor deze (meestal niet-milieuvriendelijke) auto’s in de regel een lage bijtelling kennen. Mogelijk komt er een aanpassing in deze regeling waardoor deze auto’s zwaarder zullen worden belast.

Lijfrenten van voor 2001

Ten aanzien van oude lijfrenten, van voor 2001, gaat het overgangsrecht op 1 januari 2021 eindigen. Voor hybride lijfrenten (deels afgetrokken premies) zal naar verwachting het overgangsrecht worden verlengd. Voor zuivere saldolijfrenten is dit niet het geval, deze zullen eind 2020 wel van Box 1 naar Box 3 overgaan, met als gevolg een afrekening over de winst (als fictieve periodieke uitkering) in Box 1.

Enkele maatregelen voor specifieke doelgroepen

Er worden enkele maatregelen verwacht voor specifieke doelgroepen.

  • Naar verwachting zal het BTW-tarief op digitale boeken en digitale tijdschriften van 21% naar 9% gaan, in lijn met Europese regels.
  • Na verwachting worden zogenoemde “Brede Weersverzekeringen”, die landbouwers kunnen afsluiten tegen schade veroorzaakt door extreem weer, vrijgesteld van assurantiebelasting (mits dit door de Europese staatssteuntoetsing komt).
  • Via een renteaftrekbeperking worden banken en verzekeraars aangemoedigd om extra eigen vermogen aan te houden.
  • Een verruiming van de vrijstelling vennootschapsbelasting voor onderwijslichamen.