Een werknemer die ziek is heeft recht op doorbetaling van loon. Het maakt daarbij geen verschil of de ziekte door het coronavirus komt of een andere oorzaak heeft.
Het wordt lastiger als een werknemer verplicht (thuis) in quarantaine moet blijven terwijl hij niet ziek is, bijvoorbeeld omdat hij een zieke huisgenoot heeft.
De werknemer is niet ziek, dus hij is in beginsel verplicht om te blijven werken voor zover hij in staat is dit vanuit zijn quarantaineadres te doen. Indien hij vanuit zijn quarantaineadres niet kan werken (en het is niet mogelijk om hem geschikt werk te geven), dan is er sprake van een werkgeversrisico. Hiervoor geldt dus een verplichting tot het doorbetalen van loon. De quarantaine kost de werknemer geen vakantiedagen.
Werknemers mogen in beginsel niet thuisblijven als zij bang zijn voor coronabesmetting op het werk. Wel is de werkgever verantwoordelijk voor een veilige werkplek. Het is dan ook verstandig om werknemers met ziekteverschijnselen naar huis te sturen. De werkgever is immers verantwoordelijk voor de veiligheid van alle medewerkers. Indien er corona op het werk is vastgesteld kan de GGD een contactonderzoek instellen (met wie is de patiënt in aanraking geweest?). In het ergste geval kan de GGD de werklocatie zelfs tijdelijk sluiten.
Indien door het coronavirus opdrachten wegvallen, en er tijdelijk minder werk is voor de personeelsleden, dan is het mogelijk om werktijdverkorting (“deeltijd WW”) aan te vragen. De werknemers worden dan voor een aantal dagen in de week tijdelijk naar huis gestuurd. De werkgever betaalt in dit geval 100% van het loon door (ook over de uren dat niet wordt gewerkt) en ontvangt voor de niet-gewerkte uren een vergoeding van het UWV uit de WW-rechten van de werknemers.
De inkorting van de arbeidsduur moet minstens 20% zijn en wordt voor maximaal 50% vergoed. De regeling duurt maximaal 24 weken en vereist een vergunning vooraf van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.