Er is al veel geschreven over het UBO-register. Recentelijk hebben er een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden. Daarom hierbij een update.
Op 31 januari 2018 heeft de regering een besluit gepresenteerd waarin duidelijk wordt hoe zij de Europese UBO-richtlijn wil implementeren. Dit besluit moet nog wel door de Tweede Kamer goedgekeurd worden.
UBO in Nederland
Het begrip UBO in het conceptbesluit is gebaseerd op het UBO-begrip zoals beschreven staat in de vierde Europese anti-witwasrichtlijn, de zogenoemde AMLD4. Dit besluit geeft een opsomming van categorieën van natuurlijke personen die kwalificeren als UBO (Ultimate Beneficial Owner). Voorbeelden zijn:
BV, NV, maatschap, CV, VOF, vereniging, coöperatie of vergelijkbaar
- Voor iedere niet-beursgenoteerde BV, NV en daarmee vergelijkbare andere juridische entiteiten kwalificeren in elk geval als UBO’s de personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de vennootschap, via het direct of indirect houden van meer dan 25% van de aandelen, de stemrechten of van het eigendomsbelang in de vennootschap, of andere middelen (denk aan bijvoorbeeld het recht om de meerderheid van het bestuur te ontslaan);
- Voor maatschappen, CV’s , VOF’s, verenigingen, coöperaties en daarmee samenhangende rechtsvormen gelden vergelijkbare criteria als voor de BV en NV. Ook hier wordt een drempel van 25% gebruikt.
- Indien geen “echte” UBO valt te achterhalen, gelden de natuurlijke personen die behoren tot het hoger leidinggevend personeel als UBO.
Stichtingen en fondsen voor gemene rekening
Bij stichtingen en fondsen voor gemene rekening zijn de UBO’s in ieder geval:
- de oprichters;
- de bestuurders; en
- voor zover van toepassing de begunstigden.
Er bestaat nog wel onduidelijkheid of voor een stichting administratiekantoor (STAK) alle houders van certificaten van aandelen als begunstigde moeten worden aangemerkt en daarmee dus als UBO. Bij een BV of NV kwalificeert een natuurlijk persoon in beginsel als UBO indien deze een belang heeft van meer dan 25%. Bij een STAK geldt echter mogelijk geen ondergrens. Je kan je dus afvragen of dit wenselijk is.
Overige ontwikkelingen
Eind december 2017 is er in de EU overeenstemming bereikt over het aanpassen van de AMLD4. Deze aanpassing wordt nu ook wel de 5e richtlijn genoemd (AMLD5). Deze aanpassing brengt de volgende wijzigingen met zich mee:
- In alle lidstaten krijgt het publiek toegang tot informatie in UBO-registers over UBO’s van vennootschappen en andere juridische entiteiten;
- De UBO-registers van alle lidstaten worden rechtstreeks met elkaar gekoppeld;
- Informatie over UBO’s van trusts en daarmee vergelijkbare constructies worden breder toegankelijk. Dat wil zeggen dat partijen die kunnen aantonen dat zij een ‘legitiem belang’ hebben, inzage krijgen in de UBO’s van trusts. Dit kan dus gelden voor onderzoeksjournalisten.
Het is nu nog enkel wachten op goedkeuring van het Europees Parlement.
Ondertussen hebben meer en meer landen AMLD4 geïmplementeerd in hun wetgeving en hebben zij dus een operationeel UBO-register. Helaas verschillen de vereisten ten aanzien van het registreren van UBO’s per lidstaat. Dit kan in de praktijk lastig zijn voor bedrijven met dochtermaatschappijen of vestigingen in meerdere Europese landen en dus ook voor de UBO’s van die bedrijven.
Conclusie: er bestaan nog veel onduidelijkheden. De toekomst zal uit moeten wijzen wat voor gevolgen dit gaat hebben. Impact zal het in ieder geval gaan hebben. We houden je op de hoogte!