Veel van onze klanten hebben in coronatijd hun personeel geheel of gedeeltelijk gedwongen thuis moeten laten werken. Om dat mogelijk te maken hebben zij hun personeel (tijdelijk) voorzieningen ter beschikking gesteld. Het gaat dan om allerhande zaken variërend van laptops, beeldschermen, docking stations, printers, muizen, toetsenborden, koptelefoons tot bureaustoelen en -lampen, voetensteunen en in hoogte verstelbare bureaus aan toe.
In een vroeg stadium van de Coronacrisis is al gesignaleerd dat dergelijke voorzieningen wellicht gezien kunnen worden als een personeelsvoorziening in het kader van het BUA (de regeling die aftrek van BTW verbiedt op kosten die betrekking hebben op leuke dingen doen voor en met personeel, zoals de leaseauto).
De politiek had hier natuurlijk geweldig kunnen scoren na het toeslagendebacle door dit expliciet wettelijk te regelen. De afgelopen maanden zijn we overspoeld met besluiten over de NOW 1-3, TVL, TONK, TOZO en ga zo maar door. Ook op BTW-gebied zijn er enkele besluiten genomen, zoals het nultarief voor mondkapjes en coronatesten. Dus hoe moeilijk zou het geweest zijn om even te laten weten dat het verstrekken van thuiswerkvoorzieningen de BTW aftrek daarop niet verhinderd.
Nu moet dit via een theoretische weg beredeneerd worden, en ja, wij komen tot de conclusie dat aftrek mogelijk zou moeten zijn. Wij zijn van mening dat dergelijke voorzieningen gedaan zijn in het bedrijfsbelang, gelegen in bijzondere omstandigheden. In onze analyse hebben wij onder andere de ARBO-wetgeving, besluiten van de Hoge Raad en het Hof van Justitie betrokken.
Let op, de bewijslastverdeling is dat de werkgever gemotiveerd stelling moet nemen met een daarbij horende feitelijke onderbouwing (bedrijfsspecifiek) en de belastingdienst moet dat dan ontkrachten. Vanuit dat perspectief is het goed om nu reeds hierover het nodige in de administratie vast te leggen. Wij helpen je daar natuurlijk graag bij.