De fiscus verdient aan de vakantie die niet doorging

Velen zullen blij zijn dat 2020 er bijna op zit. Er is niet veel moois om op terug te kijken. Geen mooie zomervakantie bijvoorbeeld, omdat de geplande reisbestemming op code oranje stond. Geen kerstvakantie, omdat de hele wereld inmiddels oranje kleurt. Grote reisorganisaties hebben inmiddels al hun vakantievluchten geannuleerd.

Heb je wel een vakantie geboekt, maar is die niet doorgegaan? Dan heb je waarschijnlijk een reisvoucher gekregen. Een tegoedbon om op een later tijdstip de vakantie in te halen. Er is veel te doen geweest om deze reisvouchers. Uitbetaling in harde valuta is meestal niet mogelijk. Nederland heeft in het voorjaar al een tik op de vingers gekregen uit Brussel voor het reisvouchersysteem, als schending van de consumentenrechten.

Kortom: Corona-ellende… geen vakantie… geen geld terug… een reisvoucher… en dan ook nog eens belasting betalen?

Belastingheffing

Helaas lijkt het daar wel op, althans als je meer dan € 50.000,- aan vermogen hebt.

Op 1 januari 2021 wordt namelijk je vermogen bepaald voor je heffing in Box 3, de zogenoemde vermogensrendementsheffing. Al je bezittingen worden dan bij elkaar opgeteld en belast tegen een percentage van 0,59% tot 1,76%.

De reisvoucher is een bezitting. Het is een vordering op de reisorganisatie, en moet dus worden meegerekend bij de belaste bezittingen. De reisvoucher is naar mijn mening nog wel te beschouwen als een waardebon. Voor alle waardebonnen en contant geld samen mag een vrijstelling van € 552,- worden gebruikt.

Partners die samen aangifte doen mogen de genoemde € 50.000,- en € 552,- verdubbelen.

Een voorbeeld

Een getrouwd stel heeft twee minderjarige kinderen. Op 1 januari 2021 hebben zij € 20.000,- op de bank staan.

In december 2020 hebben zij hun woning verkocht. De overwaarde van € 80.000,- staat op een spaarrekening, en zal in februari 2021 worden geïnvesteerd in een nieuwe woning.

Zij hadden in 2020 een zomervakantie geboekt, hiervoor hebben zij € 10.000,- betaald.
Deze zomervakantie is geannuleerd. De reisorganisatie heeft een reisvoucher van € 10.000,- verstrekt, maar keert geen geld uit.

De kinderen hebben samen € 290,- contant in de spaarpot zitten, en één van de kinderen heeft een bioscoopbon van € 10,-.

De bezittingen van de kinderen moeten bij de ouders worden opgeteld. Het totale bezit van dit gezin is dus:

Vrij op de bank 20.000
Overwaarde woning op de bank 80.000
Reisvoucher 10.000
Spaarpot kinderen 290
Bioscoopbon 10
Totaal 110.300

Voor de reisvoucher, de spaarpotten en de bioscoopbon mag een vrijstelling worden gebruikt van (2x € 552,-) € 1.104,-. Daarnaast mag de algemene vrijstelling worden gebruikt van (2x € 50.000,-) € 100.000,-.

Van de € 110.300,- is dus € 101.104,- vrijgesteld. Over een bedrag van € 9.196,- moet dus belasting worden betaald. De verschuldigde heffing is € 54,-.

Gevoelskwestie

Hoewel de heffing van € 54,- te overzien is, steekt het dat er extra belasting verschuldigd is voor een vakantie die niet is genoten.

Als de reisorganisatie geld had terug gegeven, en dit op de bank had gestaan, dan was deze € 10.000,- ook belast geweest. Het gezin had het geld in 2020 wellicht nog aan andere zaken uit kunnen geven. Ook was de spaarpot van de kinderen dan niet belast (vanwege de ruime vrijstelling voor contant geld).

Aangifte

Over een paar maanden moet de aangifte inkomstenbelasting 2020 worden ingediend. Nu heb je wellicht een reisvoucher liggen en wil je deze in deze aangifte opnemen. Dat is in de verkeerde aangifte.

Op 1 januari 2021 wordt namelijk het vermogen voor 2021 bepaald. Dat vermogen moet dus in de aangifte over 2021 worden opgenomen. Dat is de aangifte die in het voorjaar van 2022 moet worden ingediend.

Het is wel van belang om de reisvoucher nu goed in beeld te brengen en ook om aankomende oudejaarsavond het geld in de spaarpotten van de kinderen te tellen, en alle lades te doorzoeken op boekenbonnen en postzegels. In de aangifte die in 2022 wordt ingediend moeten deze bedragen worden opgenomen.

€ 600.000.000

De reisvouchers zijn afgedekt door een zogenoemde, speciaal ingerichte, voucherbank van de overheid. Hierdoor behouden de vouchers hun waarde, waardoor ze ook niet voor een lager bedrag in de aangifte kunnen worden gewaardeerd.

De belastingdienst kan aan dit bedrag maximaal € 10.560.000,- verdienen.

Den Haag, vrijstelling graag

Met een opbrengst van € 10,5 miljoen euro leidt deze belasting maar een minimale opbrengst. Het afzien van deze opbrengst is verwaarloosbaar ten opzichte van de totale corona-kosten.

Het zou de staatssecretaris dan ook sieren de reisvoucher vrij te stellen van heffing.

Dit voorkomt de pijn van het belasting moeten betalen over een niet genoten vakantie.

Daarnaast voorkomt het dat mensen een onjuiste aangifte inkomstenbelasting 2021 indienen door het vergeten op te nemen van de reisvoucher en andere contante bezittingen.

Mocht je nog vragen hebben, neem gerust contact met ons op.