De Nederlandse ‘holdingresolutie’ staat toe dat houdstermaatschappijen, die weliswaar een sturende en beleidsbepalende functie hebben maar die geen BTW-prestaties verrichten, deel mogen uitmaken van een fiscale eenheid voor de btw.
Oordeel HvJ
Op 25 april 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) geoordeeld dat dit beleid niet in strijd is met de Europese btw-regels. Omdat onder de huidige Nederlandse regelgeving alleen ondernemers en moeiende topholdings expliciet in een fiscale eenheid kunnen deelnemen, heeft dit arrest niet automatisch tot gevolg dat andere niet-ondernemers (bijv. directeuren-grootaandeelhouders of niet-moeiende holdings) in een Nederlandse fiscale eenheid kunnen worden opgenomen.
De uitslag betekent dat het Nederlandse beleid op dit punt niet hoeft te worden aangepast.
Belang
Het belang van de resolutie is bijvoorbeeld dat betreffende houdstermaatschappijen mogelijk kunnen meeliften op het recht van BTW-aftrek van hun dochtermaatschappijen. Daar staat tegenover dat ze dan ook aansprakelijk zijn voor eventuele BTW-schulden.