Moment van factureren in de BTW

Het versturen van facturen is een belangrijke handeling. Niet alleen voor het ontvangen van gelden, maar ook voor  het bepalen van het heffingsmoment in de BTW (in de meeste gevallen).

Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt dat het moment waarop een factuur moet uitgereikt niet vaststaat. Dit betekent dat ook een factuur mag worden uitgereikt voordat de prestatie is verricht.

In deze zaak ging het om een onderneming van twee echtgenoten, die zich bezighield met de exploitatie van en handel in onroerende zaken. In oktober 2008 sloot de onderneming een overeenkomst voor het bouwen van een bedrijfspand. Dit pand zouden de echtgenoten gaan verhuren aan een vennootschap, waarvan één van de echtgenoten directeur grootaandeelhouder was. De vennootschap ontving in dit verband een factuur met de dagtekening 20 oktober 2008. Op de factuur was een aanneemsom van € 685.000 en een BTW-bedrag van € 130.150 vermeld. De betaling moest binnen 14 dagen plaatsvinden. De vennootschap bracht in haar BTW-aangifte over het vierde kwartaal van 2008 het BTW-bedrag volgens het factuurstelsel in aftrek en verzocht om teruggave van BTW (aftrek van voorbelasting).

Uit boekenonderzoek bleek echter dat de aannemingsovereenkomst op 12 november 2008 werd getekend. In deze overeenkomst werd uitgegaan van een gefaseerde betaling.  Het geschil spitste zich toe op de vraag of er in deze zaak sprake was van een prijsopgave of een factuur.

De Hoge Raad oordeelde dat de Wet op de Omzetbelasting geen voorschrift bevat dat aangeeft wanneer een factuur kan worden uitgereikt. Dit betekent volgens de Hoge Raad dat een factuur ook kan worden uitgereikt voordat de overeengekomen prestatie is verricht.

Of er in deze zaak echt sprake was van een factuur, moet Gerechtshof ’s-Hertogenbosch onderzoeken. De Hoge Raad heeft de zaak hierom terugverwezen naar dit hof.

NB: in deze zaak oordeelde de Hoge Raad dat het mogelijk is om een factuur eerder uit te reiken dan dat de prestatie is verricht. De wet is duidelijker in het moment waarin de factuur uiterlijk moet zijn uitgereikt. Uitreiking van een factuur mag in beginsel niet later dan op de vijftiende dag na de maand volgende op die waarin de levering of dienst is verricht.