Publicatieplicht voor stichtingen

Sinds 2010 is een wetsvoorstel in de maak op grond waarvan stichtingen en stichtingsbestuurders geconfronteerd gaan worden met de verplichting om jaarlijks de balans en de staat van baten en lasten (hierna ook: ‘jaarrekening’) van de stichting openbaar te maken. De openbaarmaking (publicatieplicht) vindt plaats via het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Naar verwachting gaat deze wetswijziging per 1 juli 2014 in.

Inhoud wetsvoorstel

Volgens het wetsvoorstel houdt de publicatieplicht in dat stichtingen hun ‘jaarrekening’ binnen 8 dagen na het opmaken daarvan moeten openbaren. Het opmaken van de ‘jaarrekening’ van de stichting, moet overigens – nu ook al – binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar van de stichting plaatsvinden. Bij de staat van baten en lasten moet het stichtingsbestuur straks vervolgens afzonderlijk melding maken van enkele bijzondere baten, zoals ontvangen giften en donaties.

De bestuurders van de stichting ondertekenen de door hen opgemaakte ‘jaarrekening’ voor de publicatie. Voor de stichting geldt vervolgens de normale bewaartermijn van 7 jaren voor de ‘jaarrekening’, alsmede ook de reguliere administratieplicht (daarin is – vooralsnog – niets gewijzigd, de administratieplicht voor stichtingen bestond al). Stichtingen die ook nu reeds verplicht zijn tot openbaarmaking van hun jaarrekening op grond van het meeromvattende jaarrekeningenrecht (titel 9, boek 2 Burgerlijk Wetboek), alsmede pensioenfondsen worden uitgezonderd van de nieuwe publicatieplicht. Dergelijke stichtingen zijn nu ook al, op grond van andere regelgeving, verplicht hun jaarrekening op te stellen en openbaar te maken.

De financiële transparantie van stichtingen waarop het jaarrekeningenrecht niet van toepassing is, wordt met de voorgenomen maatregelen vergroot en de kans op misbruik verkleind. Het idee is dat het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst en de toezichthouders op de financiële sector door de publicatieplicht van stichtingen hun bevoegdheden beter kunnen uitoefenen. Daarnaast kunnen professionele dienstverleners zoals banken, advocaten, notarissen en belastingadviseurs op grond van de gepubliceerde gegevens een betere inschatting maken van het risico op witwassen en financieren van terrorisme door een stichting. Ook wordt beter inzichtelijk of een stichting haar vermogen daadwerkelijk aanwendt om de in haar statuten neergelegde doelstelling te verwezenlijken.

Impact en bezwaren

Eind 2010 waren er circa 182.000 stichtingen, aldus de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel. Van die stichtingen worden er door het wetsvoorstel naar schatting circa 166.000 geraakt (ruim 91%!). De administratieve lastenverzwaring die het wetsvoorstel tot gevolg heeft voor stichtingen, leidt tot een lastenvermindering voor het overige handelsverkeer, aldus de Memorie van Toelichting.

Vooral het feit dat met de invoering van de publicatieplicht voor stichtingen straks feitelijk alle stichtingen worden geconfronteerd met de verplichting hun jaarrekening te publiceren, leidt tot kritiek. Met welk doel worden bijvoorbeeld een ‘Stichting Administratiekantoor’ (gebruikt om aandelen of vermogen te certificeren), een ‘familiestichting’ of een Stichting derden-gelden’ in deze wetgeving betrokken? Ook stichtingen met de fiscale status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), worden door het wetsvoorstel getroffen, terwijl zij ook reeds op grond van strikte fiscale regelgeving informatie aan de overheid (de Belastingdienst) moeten verstrekken.

Omdat de bepaalde bijzondere baten, zoals ‘giften’ (zie hieronder), door de publicatieplichtige stichting openbaar gemaakt moeten worden, wordt ook de aard, herkomst of achtergrond van deze baten bekend. Maar een erflater, mecenas, schenker, donateur of subsidiënt wil soms liever anoniem blijven. Van bepaalde goederen is het voorts denkbaar dat de herkomst niet of slechts met zeer veel moeite te achterhalen is. In het geval een stichting een Raad van Toezicht heeft, ligt het voor de hand dat ook de toezichthouders op hun beurt de opgemaakte en door de bestuurders ondertekende ‘jaarrekening’ ondertekenen; het wetsvoorstel merkt hier echter niets over op.

Termijn

De termijn voor het opmaken van de ‘jaarrekening’ van een publicatieplichtige stichting bedraagt 6 maanden. Op grond van ‘bijzondere omstandigheden’ kunnen andere publicatieplichtige rechtspersonen deze termijn met 5 maanden verlengen. Het is de vraag waarom dit wetsvoorstel die ruimte niet biedt aan publicatieplichtige stichtingen.

Status wetsvoorstel

Wij merken op dat de voornoemde regelgeving de status van wetsvoorstel heeft. Een eerste consultatieronde is echter al in 2010 afgerond. De krachten die leiden tot wijziging van de regelgeving voor stichtingen zijn bovendien van dien aard dat wij verwachten dat dit wetsvoorstel binnen afzienbare termijn in enige vorm zal worden ingevoerd. De aandacht voor de financiële en fiscale positie van stichtingen neemt in ieder geval toe.