Waarschijnlijk fors hogere belasting op beleggingen in Box 3

De belastingheffing in Box 3 van de inkomstenbelasting staat al langere tijd onder druk. Deze heffing is gebaseerd op een fictief rendement. De heffing is meerdere keren door de Hoge Raad gecorrigeerd. Toch lukt het politiek Den Haag maar niet om tot een nieuwe regeling te komen.

De invoering van een nieuw stelsel is inmiddels meerdere keren uitgesteld. De laatste planning richt zich op 2028. Om het financiële gat te dichten dat dit uitstel met zich meebrengt, wordt de belastingdruk voor beleggers verhoogd. Deze verhoging, die al langer werd verwacht, is onlangs bevestigd in de voorjaarsnota. Het definitieve wetsvoorstel wordt op Prinsjesdag verwacht en moet daarna nog door het parlement worden goedgekeurd.

Huidige regeling

Volgens de huidige regels wordt het vermogen op de peildatum 1 januari bepaald—voor het eerst weer op 1 januari 2026. Daarbij wordt het vermogen onderverdeeld in drie categorieën: bankrekeningen, beleggingen en schulden. Voor elk van deze categorieën geldt een vast fictief rendement.

De rendementen op bankrekeningen en beleggingen worden opgeteld, waarna het rendement op schulden en het vrijgestelde deel in mindering wordt gebracht. Het resterende bedrag wordt belast tegen een tarief van 36%.

Als je op je totale vermogen minder rendement behaalt dan het fictieve gemiddelde, kun je bezwaar maken. Naar verwachting wordt hiervoor in de zomer van 2025 een standaardformulier beschikbaar gesteld.

Wat verandert er?

Per 1 januari 2026 zal het fictieve rendement op beleggingen aanzienlijk worden verhoogd. Dit geldt bijvoorbeeld voor effecten, verhuurd vastgoed, een tweede woning of een vordering op ouders na een schenking op papier.

Op basis van de huidige rekenregels stond het fictieve rendement op beleggingen op 6%. Door een aanpassing van deze regels stijgt dit waarschijnlijk naar 7,78%. Dat is een verhoging van 1,78 procentpunt, oftewel een relatieve stijging van bijna 30%.

Wanneer betaal je deze hogere heffing?

De hogere belasting wordt berekend over het vermogen op peildatum 1 januari 2026. Deze heffing wordt verwerkt in de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2026, die in het voorjaar van 2027 moet worden ingediend.

Wat kun je doen?

Je kunt op twee manieren proberen de hogere heffing te beperken:

Vermogensplanning
Door slim te plannen, kun je mogelijk belasting besparen. Als je bijvoorbeeld van plan bent beleggingen te verkopen, doe dat dan, vanuit fiscale optiek, bij voorkeur eind 2025. Wil je juist gaan beleggen, overweeg dan om dat pas begin 2026 te doen.
Let op: als je beleggingen eind 2025 verkoopt en de opbrengst binnen drie maanden opnieuw belegt, dan kan de antimisbruikregeling van toepassing zijn.
Bezwaar maken tegen de heffing
Je kunt bezwaar maken zodra je de aanslag ontvangt. Dit heeft alleen zin als het daadwerkelijke rendement op je vermogen lager is dan het fictieve rendement.
Houd hiervoor nauwkeurig het werkelijk behaalde rendement bij, inclusief zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen.

Mocht je jouw exacte situatie willen doorgronden of willen kijken naar de mogelijkheden van het bezwaar, neem dan contact op met een van onze fiscale adviseurs!