Wijzigingen in de vennootschapsbelasting

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag en is het Belastingplan 2020 gepubliceerd. Onderstaand een eerste samenvatting op hoofdlijnen van de plannen en de voorgestelde wetswijzigingen.

Het betreft plannen en wetsvoorstellen. Het is dus nog geen definitieve wetgeving. De planning is dat de Tweede Kamer de wetsvoorstellen op 14 november 2019 in stemming brengt. Ervaring leert dat de stemming in de Eerste Kamer half december plaats zal vinden.

  • Het hoge tarief vennootschapsbelasting (boven € 200.000,- winst) blijft, in tegenstelling tot hetgeen was aangenomen in Belastingplan 2019, 25% in 2020 en wordt uiteindelijk 23,8% (in plaats van 20,5%).
  • Het effectieve tarief van de innovatiebox gaat in 2021 van 7% naar 9%.
  • Er wordt geen belastingrente meer berekend als een correcte aangifte vennootschapsbelasting binnen 5 maanden na het einde van het boekjaar wordt ingediend (bij een boekjaar gelijk aan kalenderjaar geldt dus een termijn van uiterlijk 31 mei, was 31 maart).
  • De betalingskorting wordt afgeschaft bij een betaling van een voorlopige aanslag ineens.
  • Enkele vrijstellingen voor overheidsinstellingen op het gebied van onderwijs worden verruimd.
  • Banken en verzekeraars krijgen te maken met een aftrekbeperking op rente als het vreemd vermogen meer dan 92% van het balanstotaal bedraagt.
  • Bestuursrechtelijke dwangsommen zijn niet langer fiscaal aftrekbaar.
  • Enkele wijzigingen in de tonnageregeling voor de scheepvaart.
  • De definitie van vaste inrichting wordt voortaan uitgelegd conform het relevante verdrag, zodat er geen verschil meer is tussen “mag heffen” en “kan heffen”.

Heb je over één of meer van deze punten vragen of wil je jouw persoonlijke situatie met ons bespreken, neem dan contact op met een van onze adviseurs.