Wijzigingen in het Belastingplan 2025

Het Belastingplan 2025 is door de Tweede Kamer aangenomen, en hiermee bijna definitief. Alleen de Eerste Kamer moet er nog over stemmen in december, maar die kan in beginsel niets meer wijzigen.

De Tweede Kamer heeft op het laatste moment enkele wijzigingen doorgevoerd.

De twee belangrijkste wijzigingen zijn de renteaftrek bij vastgoedvennootschappen en de afspraak om politiek te heronderhandelen over de BTW.

Renteaftrek bij vastgoedvennootschappen

Momenteel mag een BV (of andere VPB-plichtige) maximaal aan rente aftrekken:
20% van de fiscale winst (voor belastingen, rente en afschrijving – de EBITDA),
of € 1.000.000,- als dat meer is.

In het Belastingplan was een regeling opgenomen dat de 20% wordt verhoogd naar 25% voor alle BV’s, maar dat voor vastgoedvennootschappen zou gelden dat zij niet meer konden terugvallen op de € 1.000.000,-.

In een wijziging door de Tweede Kamer is het percentage van 25% verminderd naar 24,5% (per saldo nog steeds een verruiming van 4,5% ten opzichte van de huidige regels), en kunnen vastgoedvennootschappen nog steeds van de € 1.000.000 rente uitgaan. Voor vastgoedvennootschappen scheelt dit mogelijk aanzienlijk in de heffing van vennootschapsbelasting en in elk geval veel rekenwerk.

Voor wie minder dan € 1.000.000,- rente betaalt zal dus niets veranderen.
Het gaat hier om € 1.000.000,- aan rente, niet om de rente over € 1.000.000,- financiering.

Het lage BTW-tarief

Op 1 januari 2026 gaat het BTW-tarief omhoog van 9% naar 21% voor hotels, vakantieparken en short-stay.

In bepaalde andere sectoren gaat de BTW op 1 januari 2026 misschien omhoog van 9% naar 21%.

Dit zijn kort gezegd: (e-)boeken, kranten, toegang tot concerten, theater etc., sportbeoefening, toegang tot sportwedstrijden voor toeschouwers.

Ten aanzien van deze BTW-verhoging is in de politiek afgesproken dat in het voorjaar nog wordt gezocht naar een mogelijkheid om deze BTW-verhoging niet door te laten gaan. Dan moet de gemiste BTW-opbrengst wel op een andere manier worden gedekt.

De afspraak is wel zo gemaakt dat de BTW-verhoging op 1 januari 2026 het uitgangspunt is. Deze kan alleen nog met een politiek akkoord via een wetswijziging ongedaan worden gemaakt. Zonder politiekakkoord gaat de BTW-verhoging dus door (tenzij de Eerste Kamer in december tegen het gehele belastingplan stemt).

De sectoren hotels, vakantieparken en short-stay doen er goed aan om in 2025 de nodige aanpassingen in de administratie te maken om per 2026 de hogere BTW te kunnen berekenen.

De sectoren waar dit nog onzeker is dienen hier ook op voorbereid te zijn.

Overige lastminute wijzigingen

Enkele overige wijzigingen die op het laatste moment zijn doorgevoerd zijn:

De giftenaftrek in de BV blijft toch bestaan. Deze bedraagt, net als nu, maximaal 50% van de fiscale winst, maar niet meer dan € 100.000,-. Door een ongelukkige samenloop vervalt helaas de vrijstelling waarin is geregeld dat een gift geen verkapt dividend is. Dit schept onduidelijkheid bij de DGA. Hopelijk wordt dit nog met een besluit rechtgezet.
De vrije ruimte in de WKR gaat omhoog. Deze gaat naar 2% van de loonsom. Dit is de ruimte waarbinnen werkgevers naar eigen inzicht belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen aan hun werknemers kunnen geven.
De vrijstelling voor groene beleggingen en de daarmee gepaard gaande heffingskorting wordt in 2025 verlaagd. De vrijstelling gaat met € 4.000 omlaag naar ongeveer € 67.000. De heffingskorting gaat van 0,7% van de belegging naar 0,1%. In 2027 komen deze geheel te vervallen.
De eerste tariefschrijf WBSO gaat van 32% naar 36%, en voor starters van 40% naar 50%.
Ten aanzien van de beëindiging van de salderingsregeling zonnepanelen per 2027 worden enkele overgangsregelingen getroffen.